harmkevdwerf.reismee.nl

“No sweet without sweat” (DJM)

Op een avond zaten de eekhoorn en de mier naast elkaar op de bovenste tak van de beuk. Het was warm en stil en zij keken naar de toppen van de bomen en naar de sterren. Zij hadden honing gegeten en gepraat over de zon, de oever van de rivier, brieven en vermoedens.‘Ik ga deze avond bewaren’, zei de mier. ‘Vind je dat goed?’De eekhoorn keek hem verbaasd aan. De mier haalde een klein zwart doosje tevoorschijn.(Uit, Maar niet uit het hart, dierenverhalen over afscheid van Toon Tellegen)


Ook ik kreeg een doosje mee voor al mijn mooie momenten (bedankt, Shanna!) en overvol komt dit doosje weer terug. Ondanks dat ik het vaak ook erg lastig gevonden heb kwamen daar ook juist de mooie momenten uit voort. K. kwam net op het moment langs dat ik behoefte had aan een knuffel terwijl hij eigenlijk voor een high five kwam. Ik geef hem een knuffel en hij kijkt mij me onderzoekend aan ‘huzuni? Ohhh’ en hij strijkt met zijn handje over mijn rug.


Ook het lesgeven voelde soms als dweilen met de kraan open. Op verschillende manieren probeerde ik de opdrachten uit te leggen. Bij mijn laatste poging zag ik dat het kwartje bij één van de leerlingen gevallen is. Als hij het dan aan de anderen uitlegt en ze vol ijver beginnen met de opdracht geeft dat een mooier gevoel dan als het na één keer lukt.


Dat ik mijn groepje zonder vertaler les gaf, was lastig maar had ook voordelen. Ik had zodoende meer vrijheid en was flexibeler in mijn lessen. Als de kinderen mij wijzen op het plaatje van een schatkist en mij vragen wat dat is, probeer ik het uit te leggen. Hoe kun je het beter uitleggen door het ze zelf te laten ervaren. In kleine stapjes werken we daar na toe en uiteindelijk maken ze hun eigen schatkaart en moeten de anderen de schat proberen te vinden.


Deze vrijheid en tijd om contact met kinderen te maken heeft mij heel veel gegeven. Ik werd erg blij wakker als ik ’s ochtends mijn dagelijkse begroetingen had. Kleine A. die mij lachend begroette, B die voorzichtig een high five kwam geven.Kinderen die na mij toe kwamen om te vragen of er ’s middags gevoetbald werd. Als ik dat met ‘ja’ beantwoordde keken ze elkaar blij aan en renden naar anderen om teams te maken.


Maandag was mijn laatste dag in Tanzania, ik besefte toen wat ik allemaal ging missen. Ik dacht aan al die mooie momenten. Het terug lopen met de kinderen, de verhalen en grapjes die de kinderen vertelden. Kleine M. die met een zak rijst op haar hoofd mij een knuffel probeert te geven.


D. die mij met tranen in zijn ogen mij een knuffel geeft en daarna met zijn rugzak vol problemen het dal probeert uit te komen.Een bus vol kinderen die mij luid zingend naar het vliegveld brengt.


En dan ben je weer thuis.Ik hoop nu vaak mijn herinnerdoosje open te mogen doen om jullie mee te laten genieten van alle mooie momenten.


De eerste voorspelling van 2014 is uitgekomen.

If you really knew me

"Toen ik het nieuws hoorde voelde ik me erg slecht. Als je daarna de begrafenis hebt en als je denkt aan alle mooie dingen die iemand voor jou gedaan heeft, dan kun je nooit stoppen met huilen."



Ook deze zinnen laten (net als in het verhaal ‘vergeet haar…’) zien dat de kinderen het verdriet niet zomaar vergeten zijn. In mijn verhaal over het onderzoek was ik geëindigd dat ik die maandag een presentatie voor de leraren zou houden.


Ik had keihard gewerkt om een prachtige presentatie in elkaar te zetten. Ik hoopte dat bovenstaande citaten en andere voorbeelden de leraren aan het denken zouden zetten. Dat er op de dag van de presentatie geen stroom was, was daarom een grote domper. Ik kon een groot gedeelte uitleggen, maar de kern de verhalen en tekeningen van de kinderen kon ik niet vertellen. We besloten om op een andere dag de andere helft van de presentatie te geven. De teleurstelling was toen ook erg groot dat er niemand van de aanwezigen was op de afgesproken dag (met of zonder reden). Drie andere leraren die de maandags niet konden waren er nu wel, dus ik heb de presentatie toch maar gegeven.


Eén op één heb ik nog de presentatie aan een aantal leraren verteld, maar het gevoel dat het ‘mislukt’ was bleef.

Om alles goed af te sluiten, heb ik me daarom weer op de kinderen gericht. Uit hun schriften blijkt dat er niet veel zorg aan hun verdriet gegeven is. Ik was in Nederland erg geïnteresseerd in het programma ‘over de streep’. De vraag ‘What would I know if I really knew you’ vond ik hierin erg bijzonder. Donderdagochtend was deze vraag onderdeel van het programma.


Voor deze ochtend had ik een onafhankelijke tolk ingeschakeld zodat de kinderen goed begrepen wat er gezegd werd. Het was erg belangrijk dat de kinderen goed naar elkaars verhaal zouden luisteren omdat de verteller zich erg kwetsbaar opstelt. Nadat wij eerst ons verhalen verteld hadden, deden de kinderen dit ook in kleine groepjes.

Ik lette op de lichaamstaal van de kinderen en de tolk lette op de verhalen. Ik werd erg geraakt toen ik D. vol moeite zijn verhaal zag vertellen. Aan het einde van de ochtend kwam mijn tolk bij mij en gaf aan dat het verhaal van D. hem erg aangreep.


Na de ontroerende verhalen vertelde ik een verhaal over een jongen die zijn verdriet kwijt raakte door een ballon te gebruiken. Ook de kinderen mochten een ballon uitzoeken die de kleur aangaf van het gevoel dat zij het meest hadden (angst, verdriet, boosheid). Al hun zorgen bliezen ze in de ballon. De grootte van hun ballon liet zo in meerdere/mindere mate de hoeveelheid van hun gevoel zien. Ik gaf aan dat ik hoopte dat al hun zorgen nu in de ballon zaten. De ballonen werden losgelaten en hopelijk zo ook hun zorgen. Natuurlijk konden ze de ballon ook gebruiken om mee te spelen.

Nadat de kinderen hopelijk wat zorgen kwijt geraakt waren, kwam de laatste opdracht. Op een vel papier schreven ze hun naam zo mooi mogelijk. Deze papieren gingen rond en er werden complimentjes over deze persoon opgeschreven. Met opgeheven hoofd gingen de kinderen weer naar buiten.

’s Avonds besprak ik deze ochtend met mijn tolk en hij gaf aan dat hij het een hele bijzondere ochtend vond. ‘De kinderen luisterden echt naar mij, ze volgden elke stap die ik ze vertelde. Het leek of ze mijn verhaal begrepen.’

Swahiliduet en selecties

De laatste week was aangebroken en ik had nog een aantal activiteiten in mijn hoofd die ik nog wilde doen. Deze week kwamen er ook meer leuke verrassingen op mijn pad.

Een paar weken geleden hadden we het over de cd die we opgenomen hadden, één van de jongens gaf toen aan dat het jammer was dat we niet een duet opgenomen hadden. Een ander gaf aan waarom we dat nu niet zouden doen. Dus we starten met het schrijven van een liedje. Vanwege alle drukte van zijn kant dacht ik dat het er niet meer van zou komen. Maar zondagavond kwam er schot in de zaak en besloten we om het duet door te laten gaan met spoed werd er een lied geschreven. Woensdag gingen we naar Arusha om he lied op te nemen en dit was erg speciaal.


Nadat wij het een aantal keer voorgezongen hadden, werden er verschillende beats bedacht en werd er een gitarist bij gehaald. En wat voor een gitarist, de akoestische- , elektrische- en basgitaar bespeelde hij prachtig. Voor mij hoefde het zingen eigenlijk al niet meer, instrumentaal was al mooi genoeg. Hier waren de anderen het niet mee eens, maar een solo kreeg hij wel.


Daarna zongen wij onze stemmen in en na een lange dag was ons duet een feit.

In deze laatste week werd ik niet alleen verwend met het vele zingen ook het voetbal kwam veelvuldig aan bod. Maandag droeg ik het sportstokje over aan een groepje kinderen. Uit de oudste twee groepen had ik twee kinderen geselecteerd die de nieuwe voetbalgroep vormden. Samen schreven we de regels en bespraken we hoe we het voetbal een boost konden geven. Deze voetbalgroep zou vanaf nu verantwoordelijk zijn voor het voetbal. De dames spelen hier voornamelijk netbal en ook zij maakten een netbalgroep. Ze kregen een speciaal teken dat ze zouden dragen als er voetbal/netbal gespeeld werd. Vol trots dragen ze dit teken nu, dat het in Nederland gebruikt wordt als een knijper heb ik ze maar niet verteld.

De bedoeling was dat er afgelopen week gestart zou worden, maar dat ging niet door. Vanwege de sportselecties. Nadat ik met de voetbal/netbalgroepen bij de directeur geweest was om de afspraken vast te leggen. Werden er namen geselecteerd, dat werd gedaan om de beste sporters te selecteren die de volgende dag tegen een andere school zouden strijden. Na ’s middags nog een ingelaste training te hebben gegeven waren ze er dinsdag klaar voor.

Ik mocht de scheidsrechter en tegelijk ook de scout en de coach zijn (‘allemaal tegelijk?’ ‘ja dat kun jij wel!”). Het coachen liet ik natuurlijk maar even zitten, al kon ik niet voorkomen dat ik na een doelpunt van ‘mijn team’ een high five kreeg. Mdawi won met 2-1 (terecht!) en weer werden er van elk team 7 spelers geselecteerd. Vrijdag was de regioselectie voor negen scholen (waarvan er maar 4 waren). Hier speelde het thuisvoordeel erg mee (na anderhalf uur gelopen te hebben) want we kwamen moe aan. Ik gaf nu aan dat ik alleen coach wilde zijn en dat was ook hard nodig. De andere school was vele malen beter en we verloren met 3-0. Na een lange dag vertrokken we moe naar huis.


Ik merkte dat niet iedereen zijn kruit verschoten had toen ik de kinderen ‘koppen’ ‘vangen’ hoorde zeggen op de terugweg.

Verjaardag en Finale

Bedankt voor alle lieve reacties!


Dit doet me erg goed!


Hierbij de link met een verslagje over mijn verjaardag en de finale.


http://heyzus.waarbenjij.nu/


Deze laatste week blijken er nog allemaal activiteiten op mijn pad te komen, dus het wordt nog een druk weekje!

“Vergeet haar, wij zullen je nieuwe moeder zijn”

Rij aan rij staan de verschillende klassen voor de school, ze luisteren naar de directeur voordat de lessen beginnen. Ze horen het nieuws dat velen al wisten J. uit standard 6 is overleden. Het nieuws dringt tot de kinderen door en een schaduw glijdt over hun gezichten. Nadat het verdriet weggepraat is ‘niet meer huilen, iedereen gaat dood’, verspreiden de kinderen zich. Er wordt brandhout en gras gezocht. De volgende dag halen de klasseleraren het geld op dat door elk kind meegenomen is. Ze gaan weer door met de lessen.


‘Dit gebeurde volgens mij vorig jaar’, zegt de directeur ‘maar de kinderen zijn het nu vergeten’ ik vraag hoe hij dat weet ‘de kinderen praten er niet meer over’.


Voor mijn onderzoek over rouwverwerking ga ik naar Tanzania. Ik wist dat het land een hoog sterftecijfer heeft. Maar toen mij gevraagd werd wat al die indrukken met mij deden, werd ik wel even stil. In de eerste week werd ik meteen met de neus op de feiten gedrukt doordat er twee mensen overleden waren. We gingen op condoleance bezoek (Oh ja, we moeten eerst nog even bij iemand langs, dan gaan we naar huis) bij een moeder die een doodgeboren kindje ter wereld bracht. De pastoor (mijn gastheer) had ’s ochtends gemiste oproepen en sms’jes gekregen, die nacht had zij hem proberen te bellen om haar naar het ziekenhuis te brengen …. Maar het was te laat.


Dit was niet het enige kindje, in de tijd dat ik hier ben zijn er vijf kinderen overleden. Waarvan één oudere jongen die vermoord is door zijn vader en een jongetje dat ik een week daarvoor nog kerngezond in mijn armen gehouden had. Als je dan een moeder uit al haar onmacht om haar verloren zoon hoort huilen dan raakt dat je diep. Als ik aangeef dat ik er wel om kan huilen en of zij dat gevoel niet hebben zegt de pastoor ‘we huilen alleen om onze familie, anders kunnen we elke dag wel huilen’.


Maar ook als er familie overleden is wordt er maar kort gehuild. En volgens een aantal leraren hier zijn de kinderen het verdriet na een paar dagen weer vergeten. Ik heb hier hele andere ideeën over. Ik vroeg me af hoe de kinderen er hier over dachten. Na een aantal ochtenden met leerspelletjes is het de vrijdags tijd om met rouwverwerking aan de slag te gaan. Met vragen in het Swahili en met de nodige plaatjes uit Nederlandse prentenboeken hoopte ik er achter te komen of de Tanzaniaanse rouwverwerking de kinderen geholpen had. Er werden prachtige tekeningen gemaakt en de verhalen zijn vanuit het hart geschreven. Dan blijkt dat het toch moeilijker is om iemand te vergeten dan de leraren denken.


Maandag hoop ik deze leraren aan het denken te zetten door ze de resultaten te presenteren.


G. heeft haar brief afgemaakt. Ze gaat nu verder met haar tekening over de dingen die ze geleerd heeft van haar moeder. Als ze klaar is vraag ik haar wat ze ervan vond om hier mee bezig te zijn. Ze geeft aan dat ze het ‘leuk’ vond om er mee bezig te zijn. ‘Waarom vind je het leuk om over je moeder te tekenen?’ vraag ik. Ze kijkt mij diep in de ogen aan en schrijft haar antwoord op. ‘Omdat ik van mijn moeder hou’.

Promotiefilmpje!

Zoals in de reacties te lezen valt had ik één nacht het geluk dat Jan, Nina, Gori en Thea uit Nederland bij mij op bezoek waren. Wat was het heerlijk om weer even Nederlands te kunnen praten.


De week ervoor had ik gezelschap van twee filmers uit Londen. Hun vrijwilligerswerk bestaat uit prachtige filmpjes van projecten in Afrika te maken. En één daarvan is Mdawi.


Met trots laat ik jullie daarom ook het filmpje zien, want alles wat jullie zien gaat over mijn woonplek. De kinderen in het paarse uniformpje zijn de kinderen waar ik 's ochtends de 'high five, low five do the jive' mee oefen. De school is mijn school en de kinderen mijn leerlingen. Het meisje met de banaan laat mijn ochtend altijd goed beginnen als ze met open armpjes naar mij toe waggelt om mij voor schooltijd een knuffel te geven.


En wie was er op dat moment met K. aan het voetballen, deed spelletjes in de library en mocht als pedogogisch medewerker Alex aan het lachen proberen te krijgen..... juist ik


Geniet van het mooie filmpje


http://www.kolanutproductions.com/children_of_kilimanjaro_foundation_mdawi_tanzania.html


Op de gezustersite heb ik ook weer een verhaaltje gepost over mijn laatste belevenissen.


http://heyzus.waarbenjij.nu/reisverslag/4669590/heropvoedingscursus-in-tanzania

FC Mdawi

Twee van mijn drie elftallenzijn al weer begonnen met hun competitie (dit weekend wel weer even winnen!). En mijn F’jes hebben zondag hopelijk ook een leuk toernooi gehad. Tja en dan kan ik natuurlijk niet achterblijven.

Vol enthousiasme (ik blijf optimistisch) zou ik de eerste week met een training beginnen. Er zijn twee stukken grond ‘vlak’ gemaakt waar gesport kan worden. Samen met de ‘gym’leraar zouden we voetbaltraining gaan geven. Ik dacht aan één groep hij dacht aan de hele bovenbouw. Ook al hadden we de groep in tweeën gesplitst het bleef een grote groep. De theorie van ‘praatje, plaatje, daadje’ veranderde ik hier naar plaatje, plaatje, plaatje en na een aantal keer kon ik een ‘daadje’ ontdekken. De training bestond uit een levende slalom en een rondo. De kinderen waren (en bleven) enthousiast, maar ik besloot om over te gaan tot een partijtje. Het veld was geschikt voor 4 tegen 4, dit was eerst ook mijn bedoeling maar de kinderen vonden 20 tegen 20 net zo leuk.

Het idee van een competitie bleef, maar een competitie tussen de scholen zou lastig worden vanwege de afstand. Na de eerste training besloot ik daarom een competitie per klas te organiseren en dan wel 4v4. De twee veldjes worden gebruikt om twee competities af te werken. Beide winnaars gaan naar de finale op 4 maart. Ja, op 4 maart de dag dat ik 22 word. Zo hoop ik er ook voor de kinderen een leuke dag van te maken.

We begonnen bij standard 3 en zij hebben dezelfde leeftijd als mijn F-team. Maar na een paar seconden kon ik al zien dat een oefenwedstrijd tussen beiden niet een goed idee is. De regels van ‘voet’bal waren nog niet bekend (al hadden we de regels van te voren in Swahili uitgelegd) en ook van het begrip ‘scheidsrechter’ hadden ze nog niet gehoord. Maar van elke ervaring wordt geleerd en het is ook zeker een voordeel dat er elke week beter voetbal te zien is.


Vorige week en deze week had ik de eer om twee competities in mijn eentje te leiden en deze week ging dat wonderbaarlijk goed. 1x fluiten = stoppen, 3x fluiten= einde wedstrijd en naar het verzamelpunt komen en ‘1-2-3- eyes on me’ wordt beantwoord met ‘1-2 eyes on you’.


En wat is het dan leuk om de finalisten bekend te maken. Want dat die finale leeft dat merk ik vaak een paar dagen later als ze naar mij toe komen en met een stralend gezicht zeggen ‘I go to the final’.

Door deze competitie kriebelde het bij mij ook wel weer om te gaan voetballen. De eerste rondvraag leverde weinig op, maar toen ik met bal naar het veldje liep kwam er meer actie. Toen ik terug kwam raakte ik in gesprek met een andere voetballiefhebber. Hij wist wel een plek waar we konden voetballen en het was niet zo ver weg. Een paar dagen later gingen we op pad en al pratende merkte ik dat we steeds verder weg gingen de berg af. We kwamen uiteindelijk bij een kaal veld aan tussen wat huizen in. Na wat overgespeeld te hebben kwamen er steeds meer jongens aan en konden we echt voetballen. De kinderen hadden erg veel moeite hebben om over te spelen (van keeper naar keeper lukt dan weer wel) maar deze jongens hadden daar geen last van. Er werd een goaltje gemaakt van een halve meter, want het ging niet om de goals maar om het overspelen. In de brandende zon deed dit me weer aan vroeger denken aan het zomeravondvoetbal in Dearsum. Er werd in de bomen geklommen om mango’s te halen en water kregen we bij ‘bekenden’.


Maar ja toen moesten we ook nog terug, de eerste keer kwamen een bekende tegen waardoor we in de auto mee konden rijden. De tweede keer hadden we minder geluk en waren we vijf kwartier later thuis een cooling down is goed, maar vijf kwartier de berg oplopen is iets te veel van het goede.


Dus ik houd het dan toch maar bij het kleine veldje.


Ik ben in de afrondende fase van mijn project hier, ik hoop volgende week daar een stuk over te schrijven.

Voor Sven: Sven de regels fan it fuotbaljen kin ik no aardich goed, mar wat ik no net dwan kin is ‘myn’ teams oanmoedigje. Soesto dat foar my dwan kinne? ONS kinsto natuurlijk in soad supporterje, mar soesto ek SC Bolsward oanmoedigje kinne foar my at sy tsjin Blauwhûs spylje?

Storycubes, tafelbingo en Swahilisongs

Na mijn valse start voor de gehele groep, begon ik de dinsdags erna in een kleine groep.


Ik had eerst nog wel de hoop om het gewone programma te volgen; Engels en Wiskunde volgens het boekje. Er waren sommen voor mij opgeschreven, die ik mocht uitleggen. Waar ik de laatste maanden gespecialiseerd was in het uitleggen van de sommen onder de tien mocht ik nu wat moeilijkers uitleggen. Even een greep uit het boekje: 895 623x 968 en 88 128 435 : 216. En ja, ik stond ook even met mijn ogen te knipperen. Maar ik laat me natuurlijk niet kennen en ik vroeg een leerling of hij de som op het bord ging doen. Ik begreep helemaal niks van zijn uitleg en ik gaf aan dat wij het in Nederland anders doen (met een rekenmachine inderdaad).

Gelukkig kwam de wiskundeleraar even kijken en heb ik in de pauze wat bijles gehad. Na deze bijspijkercursus ging ik volop aan de slag om de antwoorden van de andere sommen te vinden. Wat mij opviel was dat de kinderen de manier wel wisten om deze sommen op te lossen, maar dat ze de tafels niet zo goed kenden. En tadá daar hebben we natuurlijk de tafelbingo voor. Bij Engels merkte ik dat het grootste probleem het spreken was dus ook daar heb ik (in overleg) het boekje geskipt en zo maak ik nu elke dag mijn eigen programma.

Elke dag probeer ik Engels, Rekenen en Swahili te geven. En inderdaad ook Swahili maar dit dan in combinatie met Engels. Ik begin de dag vaak met de storycubes, dit zijn dobbelstenen met plaatjes erop. De kinderen gooien drie dobbelstenen en daar proberen ze een verhaal mee te schrijven. Ze schrijven het verhaal in Swahili op, maar ze maken een korte samenvatting in het Engels. Daarna worden de verhalen besproken en het leukste verhaal wordt dan uitgebeeld.

Na dit toneelstukje komen de (kwartet)kaarten op tafel, dit op Terschelling geleerde spelletjes (Els, heeft het spel ook een naam?) is erg leuk om te doen. Het vergt eerst erg veel voorbereiding om het spel uit te leggen. Als de kinderen het dan eenmaal kennen, dan wordt er fanatiek gespeeld. Alle kinderen krijgen een kaart met een plaatje. In de eerste ronde moeten ze dit plaatje proberen te omschrijven. In de tweede ronde mogen ze nog maar drie woorden zeggen en de laatste ronde is het leukst want dan mag je uitbeelden. Kinderen die het plaatje raden krijgen een punt en zo wordt er gekeken wie de meeste punten heeft. Voor ronde 1 en 2 moet er eerst heel veel besproken worden en soms dan is het nog weleens te moeilijk. ‘It is a hobby, you use your voice and you make a sound’ ‘Lion?’, ‘Mouse?’. Dus ronde 1 en 2 worden ook weleens overgeslagen.


Na deze activiteiten is het mijn beurt om wat te leren. Teach the teacher a Swahili song, ze schrijven het liedje eerst op in het Swahili en daarna vertalen ze het met behulp van een woordenboek naar het Engels (ik leer dus hele korte liedjes). Daarna wordt er veel geoefend om het liedje (en het liefst ook het dansje) onder de knie te krijgen.


Wiskunde/rekenen is als laatste aan de beurt met 24 games en tafelbingo. Tussendoor worden er nog diverse spelletjes gedaan (wiggle waggle is een groot succes!). Na een paar ochtenden deze lessen gegeven te hebben, zijn de kinderen veel losser. Deze wat openere houding is erg prettig als we vrijdags beginnen aan de opdrachten voor mijn project. In een later stadium zal ik daar meer over uitleggen.


Naast deze lessen, ben ik dinsdagsmiddag als scheidsrechter actief. Daar zal ik de volgende keer meer over vertellen.